Satellietdata spelen een steeds grotere rol in het begrijpen van onze aarde. Met behulp van verschillende soorten sensoren kunnen we waardevolle informatie verzamelen over het landschap, water, vegetatie en stedelijke gebieden. Twee veelgebruikte bronnen van satellietdata zijn optische beelden en radarbeelden. Het Satellietdataportaal ontsluit ruwe en voorbewerkte radar- en optische satellietdata van Nederland. De instrumenten meten zowel actief als passief en met een verscheidenheid aan frequenties en resoluties. Hier volgt een overzicht van het huidige aanbod aan satellietdata in het Satellietdataportaal, zowel archiefdata als recente data.
Ben je nieuw in de wereld van aardobservatie? Hieronder leggen we enkele basisprincipes uit, zodat je een beter beeld krijgt van wat deze data precies zijn en hoe ze worden toegepast.
Satellieten met een optische camera maken opnames in verschillende kleuren van het optische spectrum. Dit worden ook banden genoemd. De meest bekende kleuren -die wij ook met het oog kunnen waarnemen- zijn de kleuren rood, groen en blauw (RGB). Daarnaast worden vaak ook opnames gemaakt in andere kleuren. Iedere kleur(encombinatie) is interessant voor een specifieke toepassing. Het nabij-infrarood (NIR) en red-edge zijn bijvoorbeeld cruciaal voor vegetatiestudies. De kortegolf-infrarood (SWIR) geeft informatie over vocht, branden en mineralen. Een thermische band (thermisch infrarood, TIR) geeft temperatuur en warmtestromen. Vaak maken satellieten ook opnames in andere banden, bijvoorbeeld om een goede atmosfeerschatting te maken, bijvoorbeeld het detecteren van aerosolen en wolken.
De optische data die via het Satellietdataportaal worden ontsloten hebben ook een panchromatische band. Een panchromatische band is heel breed, dus bestrijkt meerdere kleuren. Het voordeel van een panchromatische band is dat de resolutie veel hoger is dan van de resoltuie van de opnames in afzonderlijke kleuren. Door de opnames van de panchromatische band en die van de afzonderlijke RGB kanalen slim te combineren, krijg je een satellietfoto met een hoge resolutie. Deze bewerking heet pansharpening.
Er zijn enkele voorbewerkingsstappen nodig vooraleer je aan de slag kan met een satellietbeeld. Zo moet je het beeld vaak nog netjes worden rechtgelegd en over de topografie worden gedrapeerd. Soms is het ook nodig om een atmosferische correctie toe te passen, als er een waas (door aerosolen of vocht) het beeld verstoort. Hier kan je er alles over lezen.
Met een visuele inspectie van deze beelden kan je al veel ontdekken over een gebied. Dit kan eenvoudig in het de online viewer van het Satellietdataportaal. Het is ook mogelijk om de beelden verder op te werken tot informatieproducten. Kijk voor voorbeelden op de pagina van de toepassingen of de gebruikersverhalen. Als je zelf aan de slag wilt kan je gebruik maken van verschillende tools of een kijkje nemen op andere platforms. Je kan het opwerken van de data natuurlijk ook overlaten aan een gespecialiseerde marktpartij.
CREDIT ESA/ATG medialab
In radarbeelden worden de eigenschappen van de weerkaatsing van een radarpuls geregistreerd. De satelliet stuurt een puls naar de aarde, en registreert wat ervan terugkomt. We werken hier dus niet met kleuren, maar met een sterke weerkaatsing (of reflectie) of met een zwakke weerkaatsing (of reflectie). Niet enkel de sterkte van de weerkaatsing (intensiteit) wordt geregisteerd, maar ook een maat voor de afstand van de satelliet tot de aarde (fase). Deze satellieten komen elke x aantal dagen op bijna exact dezelfde plaats terug voor een nieuwe opname. Dit maakt het mogelijk om veranderingen door de tijd in de intensiteit en in de afstand tussen de satelliet en de aarde in kaart te brengen. Handig om te weten is dat radarbeelden altijd bruikbaar zijn, het radarsignaal kan namelijk moeiteloos doorheen wolken "kijken".
Intensiteit
De intensiteit van een reflectie is afhankelijk van het materiaal en de structuur waarop de radarpuls weerkaatst. Is dat een glad oppervlak? Dan is de intensiteit heel laag. Denk bijvoorbeeld aan waterlichamen (zonder golven) en glad geasfalteerde wegen. Heel sterke intensiteit krijg je in bebouwde omgeving. Als er weinig of niets verandert in een bebouwde omgeving blijft deze intensiteit constant. Wordt er iets afgebroken, dan neemt deze af. Wordt er iets bijgebouwd, breidt deze uit. Dat is handig voor veranderingsdetectie. Ook op zee, want schepen, olievlekken en windturbineparken zijn goed zichtbaar op radarbeelden. Andere toepassingen zijn het monitoren van de groei van gewassen en de omvang van waterlichamen, bijvoorbeeld het in kaart brengen van hoogwater of overstromingen. Zie ook: toepassingen.
Imagery from RADARSAT-2, MDA.
*nieuw vanaf het najaar van 2025*
Het vraagt wat oefening om naar een radarbeeld te kijken en dit te kunnen interpreteren. Om een breder publiek kennis te laten maken met radarbeelden, worden de radarbeelden vanaf juni 2025 ook visueel beschikbaar in de online viewer van het Satellietdataportaal. Je moet je hiervoor dan wel eerst even registreren.
Fase
De tweede eigenschap die wordt geregistreerd is een maat voor de afstand van de satelliet tot de aarde. Dit noemen we de fase. Door het faseverschil tussen twee (of meerdere) opnames te berekenen, krijg je meting van het afstandsverschil tussen de satelliet en het aardoppervlak. Heb je een lange reeks aan beeldopnames, dan kan dit afstandsverschil omgerekend worden naar bodembeweging. De naam voor deze techniek heet Interferometric SAR of kortweg InSAR. Met deze techniek kan je heel nauwkeurig beweging in kaart brengen, in ideale omstandigheden tot wel 1 milimeter per jaar.
Een belangrijk aspect bij de InSAR techniek is de coherentie. De coherentie bepaalt in welke mate twee opnames met elkaar overeenkomen. Op water en in begroeide gebieden is er een grote variatie in de reflectie, daar is de coherentie (zeer) laag. In bebouwde gebieden of op harde oppervlakken is de reflectie constanter. InSAR werkt daarom ook het beste in gebieden met harde topografie. In licht begroeide gebieden is het mogelijk om bepaalde schattingen te maken. Wees je ervan bewust dat hier over grotere gebieden gemiddeld wordt om ruis te onderdrukken en vaak gebruik gemaakt wordt van modellen of andere (sterke) aannames.
Kijk voor meer info en voorbeelden op de pagina bodembeweging.
Oorspronkelijk werd enkel voor het Europese gedeelte van Nederland satellietdata ingekocht. Ondertussen werd ook voor Caribische Nederland -de drie eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden)- enkele hoge resolutie opnames ingekocht. Voor de BES-eilanden is geen radardata. beschikbaar.
Alle data kan in de online viewer bekeken worden. Wisselen tussen NL en BES doe je linksboven in het venster.