>

Interview: ‘Ruimtevaart prikkelt elke dag mijn nieuwsgierigheid’

Wendy van den Putte
Projectmanager ESERO NL


Wendy van den Putte, Projectmanager ESERO NL
Educatie is belangrijk voor ESA en NSO. Daarom hebben ze samen ESERO NL, een initiatief voor ruimtevaarteducatie dat aansluit bij het Nederlandse onderwijssysteem. Wendy van den Putte brengt met ESERO NL ruimtevaart in de klas. En dat doet ze met verve: ‘Geef me een onderwerp en ik kan er – bijna altijd – ruimtevaart van maken.’

Wat maakt ruimtevaart zo’n geschikt onderwerp voor het onderwijs?

‘Ruimtevaart spreekt enorm tot de verbeelding. Het gaat over astronauten, ruimteschepen, andere werelden verkennen. Maar je kunt het ook als “ingang” gebruiken naar vakken op school, zoals natuurkunde, biologie en aardrijkskunde. Neem walvissen. Als je die voorziet van een GPS-ontvanger, kun je ze volgen. Zo leer je meer over hoe walvissen bewegen en over het ecosysteem op aarde. Op dezelfde manier kunnen leerlingen ontdekken hoe hun eigen omgeving verandert met behulp van satellietgegevens. En leren over wereldwijde processen, zoals verdroging, ontbossing en klimaatverandering.’

Wie is de doelgroep van ESERO?

‘Onze belangrijkste doelgroep is leraren. We bieden ze workshops en trainingen aan. Hoe kun je op een andere manier naar je curriculum kijken? Hoe kun je verhalen en mensen uit de ruimtevaart gebruiken om lesmateriaal spannender te maken? Via leraren bereiken we een heel brede doelgroep: leerlingen van vier tot en met achttien jaar. Het gaat erom dat zij technologisch en wetenschappelijk geletterd raken. En dat op een leuke manier natuurlijk, waarbij ze moeten samenwerken en onderzoekend en ontwerpend leren.

Zoals bij de Cansat-competitie?

‘Dat is een van onze mooiste projecten. In onze maatschappij hebben we mensen nodig met heel verschillende vaardigheden. Voor de Cansat-competitie ontwerpen, bouwen en lanceren scholierenteams hun eigen satelliet ter grootte van een colablikje. In zo’n team heb je mensen nodig die kunnen programmeren of berekenen hoe groot de parachute moet zijn. Maar ook mensen die goed kunnen plannen en organiseren en over het project kunnen vertellen. Zo krijgt iets dat voor jongeren anders natuurkundige theorie of taalles is, ineens betekenis in de échte wereld. Ze doen kennis op en passen die meteen toe. Dit project is een mooie manier voor scholieren om te kijken of ze later misschien willen werken in een wetenschappelijke of technische omgeving.’

En ze staan met hun neus bovenop een raketlancering…

‘Niks is zo cool als iets dat je zelf gebouwd hebt met een raket één kilometer hoog de lucht in zien gaan.’

Staat er ook een nieuw educatief project op stapel?

‘We hebben een serie video’s opgenomen met experts uit de ruimtevaartwereld. Om jongeren in aanraking te laten komen met mensen die in de ruimtevaartwereld werken. En we zijn aardrijkskundelessen aan het ontwikkelen bij het Satellietdataportaal van het NSO. Uit onderzoek blijkt dat docenten graag met échte satellietdata willen werken. Op satellietbeelden kun je onderzoeken hoe het landschap verandert, hoe we ons beschermen tegen de stijgende zeespiegel en nog veel meer. De eerste les is inmiddels getest en we hebben ideeën voor meer lessen.’


Docenten aan het werk tijdens een ESERO NL workshop.

Door de coronacrisis moesten de scholen dicht. Hoe ging ESERO daar mee om?

‘We moesten met al onze trainingen schakelen naar online. Dat is gelukt en het had ook een voordeel: het maakte de drempel om mee te doen een stuk lager. Daarnaast hebben we met een aantal partners de website thuisinderuimte.nl opgezet. Op deze website kunnen leerkrachten, ouders en kinderen activiteiten vinden die ook geschikt zijn voor thuisonderwijs.’

Je klinkt heel enthousiast als je praat over je werk…

'Al van jongs af aan wil ik begrijpen waarom dingen zijn zoals ze zijn. Ik vind bijna alles interessant. Door in de wereld van de ruimtevaart te duiken, leer ik nog elke dag over de wereld om me heen. Dat prikkelt mijn nieuwsgierigheid. Ik vraag, onderzoek, en maak met wat ik ontdek een product voor leerkrachten en docenten. Zodat zij de verwondering die ik heb zelf ook kunnen ervaren en kunnen overbrengen aan hun leerlingen.’