>

Vruchtbare workshops over satelliettoepassingen voor landbouw in Zuidoost-Azië

Informatie uitwisselen over Geodata for Agriculture and Water (G4AW) gebeurt niet alleen in Nederland. Om kennis te delen met lokale (potentiële) projectpartners en onderlinge ervaringen te bespreken, heeft NSO onlangs twee druk bezochte bijeenkomsten gehouden in Zuidoost Azië, waar momenteel 11 G4AW projecten lopen. De deelnemers hebben de bijeenkomst als waardevol ervaren. Er zijn nieuwe inzichten ontstaan waarmee de dienst in de komende jaren verbeterd kan worden. Daarnaast wordt vooral de steun van de Nederlandse ambassades in de regio als positief ervaren.


Oost-Bali, gezien door de Europese aardobservatiesatelliet Sentinel-2 (beeld: ESA)

Het Netherlands Space Office (NSO) en ICCO (de Nederlandse interkerkelijke organisatie voor internationale samenwerking) organiseerden een tweedaagse bijeenkomst op Bali – Indonesië om mogelijkheden voor synergie te onderzoeken en kennis te delen tussen de G4AW-projecten in Zuidoost Azië. Ongeveer 84 personen – betrokkenen uit alle projecten - namen deel aan deze G4AW SE-Asia Regional Workshop. Tijdens een tweede bijeenkomst, georganiseerd in Singapore samen met GrowAsia, lieten 120 bedrijven en investeerders die actief zijn in de landbouw zich een middag voorlichten over de (nieuwe) mogelijkheden van G4AW. Op dit event, Space for Agriculture in SE-Asia, lag het accent op informatieoverdracht over ontwikkelde diensten en onderliggende business-modellen. “Men vond het erg nuttig ervaringen te delen. En ook wij hebben door beide bijeenkomsten nog beter zicht op wat goed gaat en waar aandachtspunten liggen”, zegt Ruud Grim, projectcoördinator van G4AW.

Van project naar business

Goed om te horen was dat de Nederlandse ambassades in de regio over het algemeen als juist geïnformeerd, aanwezig en ondersteunend worden ervaren. “Men heeft hier de belangen voor de boeren, voedselzekerheid en werkgelegenheid op lange termijn voor ogen.” En dat komt goed uit, want de beoogde verbeteringen lopen meestal niet via de kortste weg. “De ervaringen in deze regio zijn aanleiding om scherper vast te stellen welk type onderneming het meeste profijt kan hebben van de services die wij faciliteren. Hoe kan de ketting zo geoptimaliseerd worden dat elke schakel met de juiste verwachtingen aan de projectperiode van drie jaar begint, maar ook dat er al een helder beeld is van die ketting na afloop van het project? Een projectorganisatie moet zich omvormen tot een business: hoe eerder een ondernemer aan het roer staat des te beter.” De korte projectperiode van drie jaar is trouwens wel een uitdaging als de projectpartners allemaal een verschillend belang hebben en dus een andere focus kiezen in het besluitvormingsproces, gaven workshopdeelnemers nog als motief mee.


G4AW projectleider Grim: "Het was erg nuttig ervaringen te delen".

Vrouwen en jongeren

Het betrekken van 'farmer groups' en van regionale landbouwscholen gaf in menig project wel een versnelling aan het afstemmingsproces, zeker met de eindgebruikers die nu eenmaal absoluut geen homogene groep vormen. Positieve ervaring is her en der ook opgedaan met interactieve callcenters. “Communicatie vergt nog meer beleid dan we nu op poten hebben. Niet alleen om het contact met de eindgebruiker te optimaliseren, want 70% van hen heeft zelf geen smartphone - maar hun kinderen bijvoorbeeld wel.” Men moet zich er tevens meer van bewust zijn dat veel vrouwen actief in landbouw zijn en vaak de eindgebruiker van G4AW-diensten zijn. En hoe betrekken we jongeren bij deze ontwikkelingen?” De mouwen opstropend, sluit Grim tevreden af: “En zo waren er nog vele zaken waarmee alle partners de komende tijd heel concreet aan de slag kunnen gaan.”

Ruud Grim is senior adviseur bij het Nederlandse ruimtevaartagentschap NSO, dat in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) uitvoert. Het G4AW programma bevordert duurzame verbetering van voedselvoorziening en efficiënt gebruik van water in ontwikkelingslanden door toepassing van satellietdata. Het programma is gebaseerd op partnerschappen van profit- en non-profit-organisaties.