Onderzoek naar klimaatverandering is een kwestie van lange adem en altijd kunnen beschikken over gegevens van de beste meetinstrumenten. Daarom kijken Nederlandse onderzoekers reikhalzend uit naar de lancering van de Europese Sentinel-6B ‘zeespiegelsatelliet’ op dinsdagochtend 18 november. ‘Deze satelliet is wetenschappelijk interessant en van groot belang voor de Nederlandse kustverdediging.’
Niets is zo veranderlijk als het weer. Daarom meten satellieten vanuit de ruimte het weer van minuut tot minuut. Maar willen onderzoekers iets zeggen over klimaatverandering, dan moeten ze beschikken over tientallen jaren aan accurate data. Hierover gaat de nieuwste satellietmissie in het Europese aardobservatieprogramma Copernicus.

© ESA
De satelliet Sentinel-6B wordt op dinsdag 18 november om 6.21 uur ’s ochtends met een Falcon 9 raket gelanceerd vanaf de Vandenberg Space Force Base in Californië. Het is de opvolger van Sentinel-6A, die in 2020 werd gelanceerd. Eenmaal in de ruimte meet Sentinel-6B wereldwijd onder meer de zeespiegel, golfhoogtes, oceaanstromen en de vochtigheid en temperatuur in de atmosfeer. Hij zet een reeks van satellietgegevens die begon in 1993 voort tot tenminste 2035.
‘Het belang van deze satelliet voor Nederland hoef ik niemand uit te leggen’, zegt Raymond Sluiter van het NSO. ‘Sentinel-6B is dé referentiemissie voor onderzoek naar mondiale zeespiegelstijging. En de zeespiegelstijging heeft grote gevolgen voor de Nederlandse kust.’
Weermodellen verbeteren
Sentinel-6B zal met een geavanceerde radaraltimeter en een handvol andere meetinstrumenten de weermodellen verbeteren en bijdragen aan klimaatonderzoek. Data van de satellietmissie wordt opgenomen in grote databases, zoals die van EUMETSAT en het Europese ECMWF voor gebruik door meteorologen en klimatologen.
Daarnaast komen data beschikbaar via de Copernicus Marine Environment Monitoring Service voor onder meer oceanografen. De komende jaren zal het NSO, in samenwerking met Deltares, het gebruik van deze dienst op nationaal niveau stimuleren.
Wetenschappers blij met 6B
Nederlandse onderzoekers maken volop gebruik van de data die het Copernicus aardobservatieprogramma oplevert. Vier van hen vertellen waarom zij in het bijzonder uitkijken naar de lancering van Sentinel-6B:
‘Satellieten hebben een revolutie ontketend in het klimaatonderzoek. In plaats van een paar getijdestations langs de kust, beschikken we nu over meetinstrumenten in de ruimte die voortdurend en overal ter wereld de zeespiegel meten. Ook op plekken waar dat anders niet of nauwelijks gebeurt, zoals de BES-eilanden en langs de kust van Suriname. Sentinel-6B voegt weer een aantal jaren toe aan satellietmetingen die we al sinds 1993 doen. Zo’n aaneengesloten, lange tijdreeks is ontzettend belangrijk. Want alleen als we tientallen jaren aan data hebben, kunnen we natuurlijke variaties in het klimaat onderscheiden van klimaatverandering die veroorzaakt wordt door mensen.' - Dewi Le Bars, klimaatonderzoeker KNMI
‘Bij Deltares experimenteren we met het gebruik van satellietdata als invoer voor onze modellen. Hiermee voorspellen we de kans op overstromingen en erosie. De Sentinel-6B missie is voor ons interessant, omdat we dichter bij de kust kunnen kijken en met meer detail de golven en waterhoogtes kunnen waarnemen. Daarnaast kan de informatie uit Sentinel-6B ook gecombineerd worden met data van eerdere missies, zodat we zowel in de ruimte als in de tijd een beter beeld krijgen van extreme waterstanden die kunnen optreden. Het is dus een belangrijke informatiebron om risico’s op overstroming en erosie wereldwijd beter in kaart te brengen.’ - Marieke Eleveld, senior adviseuronderzoeker Deltares
‘Over het klimaat en de zeespiegelstijging kun je pas iets zinnigs zeggen als je tientallen jaren aan data hebt verzameld. Daarom onderhouden we bij de TU Delft sinds de jaren negentig het Radar Altimeter Database System, kortweg RADS. In deze database zullen we ook data opnemen van de nieuwe Sentinel-6B satelliet. We zijn ontzettend blij dat de Europese Unie de Sentinel satellieten van het Copernicusprogramma financiert. Deze satellieten zijn onderdeel van de essentiële infrastructuur die hoogstaand wetenschappelijk onderzoek mogelijk maakt.'- Ernst Schrama, universitair hoofddocent TU Delft
‘Anders dan veel mensen denken, stijgt de zeespiegel niet overal even snel. Er is sprake van grote regionale verschillen, omdat de opwarming van de oceaan niet overal hetzelfde is. Dit wordt veroorzaakt door variaties in wind en oceaanstromingen en door de invloed van smeltende gletsjers en ijskappen. Dankzij de hoge ruimtelijke resolutie van Sentinel-6B kunnen we veel leren over deze regionale variaties. Dat is wetenschappelijk interessant en van groot belang voor de inrichting van onze kustverdediging.’ - Aimee Slangen, onderzoeksleider zeespiegelstijging NIOZ