Nederland heeft een sterke aardobservatiesector. Toch laten we mooie en grote kansen – met name op Europees niveau – onbenut. Om dat te veranderen, is er vanaf nu GEO Netherlands, een initiatief dat kennisdeling en samenwerking in aardobservatie (AO) stimuleert. Kees van Duijvendijk van het NSO roept alle AO-experts én gebruikers op: ‘Kom in actie, want samen bereiken we meer.’
Wat is GEO Netherlands en voor wie is het bedoeld?
‘Wereldwijd is er sinds 2005 de Group on Earth Observations (GEO). Dit is een netwerk voor professionals die werken aan of met open aardobservatiedata, of daar gebruik van maken. Bijdragen aan GEO zijn er vele. Denk aan het Europese Copernicus programma en door Nederland gefinancierde programma’s als Geodata for Agriculture and Water (G4AW) en WaPOR. GEO Netherlands is een nieuw netwerk, vergelijkbaar met GEO, maar dan op nationaal niveau. Het verbindt overheden, onderzoeksinstellingen, bedrijven en andere organisaties die gebruikmaken van aardobservatiegegevens om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.’
Waarom is er behoefte aan zo’n nieuw netwerk in Nederland?
‘Veel netwerken zijn tijdelijk van aard. Dat zag je bijvoorbeeld bij G4AW, een innovatief programma van de Nederlandse overheid dat ontwikkelingssamenwerking verbond met satellietdata. Toen dat programma stopte, stopte ook het netwerk, waardoor kennis en ervaring verloren gaan. Met GEO Netherlands brengen we continuïteit aan. Zo gaat er geen kennis en ervaring verloren en kunnen we misschien voorkomen dat Nederland grote, internationale kansen laat liggen.’
Welke kansen laten we nu liggen – en straks dus niet meer?
‘Nederlandse bedrijven en instellingen zijn ontzettend actief op het gebied van satellietdata. Veel organisaties weten ook financiering binnen te slepen voor innovatieve technologie en toepassingen. En toch missen we nog regelmatig de aansluiting bij grote internationale programma’s, zoals bijvoorbeeld Copernicus en Horizon Europe. Als we in Nederland op het gebied van aardobservatie meer samen optrekken, voorkomen we dubbel werk, brengen we projecten van pilot naar operationalisering, kunnen we maatschappelijke vraagstukken oplossen en maken we meer kans om grote, internationale aanbestedingen te winnen.’
Welke rol speelt het NSO in GEO Netherlands?
‘Het NSO is, met financiële middelen en ondersteuning van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, initiatiefnemer van GEO Netherlands en voert het secretariaat. We gaan evenementen en netwerkbijeenkomsten organiseren. We gaan zichtbaar maken wat er in Nederland allemaal al met aardobservatie gebeurt. En we zullen nieuwe kansen voor de sector vroegtijdig signaleren. Kortom: wij gaan precies die dingen faciliteren waar organisaties zelf niet aan toe komen, maar die wel belangrijk zijn voor de aardobservatiesector.’
Meer en intensiever samenwerken. Betekent dat ook: data met elkaar delen?
‘Wil je niet blijven hangen in pilotprojecten van 50.000 euro, maar satelliettoepassingen maken die onze maatschappij op de lange termijn wezenlijk verder helpen, dan moeten we soms data met elkaar delen. Dus ja, we moeten open datasets beter produceren en benutten, zodat we er allemaal van kunnen profiteren. Juist door niet bang te zijn voor open data, kunnen we méér voor elkaar krijgen. Dat blijkt ook in de landen om ons heen. Elke ondernemer die dat wil, kan met open satellietdata een verdienmodel maken. GEO Netherlands werkt hier graag aan mee door zichtbaarheid te vergroten en partijen met elkaar te verbinden.’
Wat gaan we op korte termijn van GEO Netherlands zien en meemaken?
‘Van 13 tot en met 15 oktober organiseert NSO samen met het EuroGEO secretariaat in Den Haag de EuroGEO Workshop, met als motto: combineren, coördineren en samenwerken aan onze collectieve intelligentie over de aarde. Geïnteresseerden kunnen zich nog inschrijven voor dit evenement met internationale allure.’
U bent namens het NSO de ‘aanvoerder’ van GEO Netherlands. Wat wilt u over drie jaar met dit netwerk bereikt hebben?
Kees van Duijvendijk, trekker GEO Netherlands namens NSO
‘De EU investeert miljarden in het ontwerpen, bouwen en lanceren van de beste aardobservatiesatellieten ter wereld. Ook wordt er voor honderden miljoenen aan open data geproduceerd, zoals de Copernicus diensten. Nederland moet de kansen die dit oplevert optimaal benutten, dat is het doel. En daar stopt het niet. Als Nederlandse organisaties samen optrekken, kan onze aardobservatiesector behalve profiteren van de kansen die er nu al zijn ook actiever invloed uitoefenen op Europese satellietmissies en satellietdiensten van de toekomst.’
Wat kunnen mensen die enthousiast zijn nu meteen doen?
‘Een mooie eerste stap is je aanmelden voor updates via de nieuwsbrief die we eens per kwartaal willen versturen. Of word lid van de community op LinkedIn als je vaker updates wil ontvangen en zelf kansen wil delen. Zo blijf je op de hoogte van alle activiteiten en kun je zelf vanaf het eerste moment meedenken. Want de leden bepalen zelf hoe de toekomst van aardobservatie in Nederland eruit ziet. Een ding weet ik zeker: in Europa liggen volop kansen om met satellietdata te werken. Copernicus en andere programma’s zijn niets minder dan een goudmijn voor maatschappelijke toepassingen. Denk aan de luchtkwaliteit, landbouw, waterbeheer, bodemonderzoek en nog heel veel meer. Dus ik zou zeggen: Nederland, pak je rol en maak maximaal gebruik van satellietdata!’