>

Nederland ondertekent NASA akkoorden voor goede samenwerking in de ruimte

Nederland sluit zich aan bij de landen die de waarden en principes onderschrijven in de door NASA opgestelde Artemis-akkoorden. Directeur van het Nederlands ruimtevaartagentschap NSO, Harm van de Wetering, zette daarom gisteravond in Washington zijn handtekening onder het document, in aanwezigheid van NASA Administrator Bill Nelson en de Nederlandse ambassadeur Birgitta Tazelaar. “Nederland werkt al sinds de begindagen van de ruimtevaart met NASA aan grensverleggende projecten”, aldus Van de Wetering. “Maar bij het verleggen van grenzen horen goede internationale afspraken. Met de ondertekening van de Artemis-akkoorden committeren we ons daar aan.”


Kort na de ondertekening, vnlr: NASA Administrator Bill Nelson, NASA Deputy Administrator Pam Melroy, NSO-directeur Harm van de Wetering, Ambassadeur Birgitta Tazelaar en Chiragh Parikh, executive secretary of the National Space Council
NASA Administrator Nelson: “NASA is er trots op om ons partnerschap met Nederland, één van Amerika's oudste bondgenoten, uit te breiden, en te bouwen aan een toekomst van grenzeloze mogelijkheden en ontdekkingen."

De Artemis-akkoorden zijn een overeenkomst tussen overheden die direct of indirect deelnemen aan het door de Verenigde Staten geleide Artemis-programma. Dit programma gaat onder andere over exploratie van de maan en Mars, onbemand en later ook bemand. Met de ondertekening onderschrijft Nederland de uitgangspunten van de akkoorden, en geeft het de mogelijkheid voor de Nederlandse ruimtevaartsector in de toekomst ook opdrachten uit te voeren binnen het Artemis programma.

De akkoorden bevatten 10 beginselen waarin op hoofdlijnen gedeelde uitgangspunten worden beschreven, onder andere op het gebied van internationale samenwerking bij de verkenning van de ruimte, het delen van wetenschappelijke data, het toekennen van rechten voor gebruik van natuurlijke hulpbronnen in de ruimte, en het terugdringen van ruimteschroot. Ook zijn deze richtlijnen bedoeld ter voorkoming van conflicten of misverstanden tussen landen op het gebied van exploratieactiviteiten.

In die gedeelde uitgangspunten zit volgens Van de Wetering de essentie van de Artemis-akkoorden, ook voor Nederland: “De ontwikkelingen in de ruimtevaart, institutioneel en commercieel, gaan razendsnel en vragen om internationale afspraken over verantwoord gebruik van de ruimte. Nederland heeft de noodzaak van het maken van afspraken altijd erkend en speelt daarom een actieve rol in de ontwikkeling van beleid, regels en voorschriften, zowel in Europees verband als bij de Verenigde Naties”.


Nederlandse zonnepanelen zorgen voor de energievoorziening van de Orion-capsule. (beeld: NASA/ESA)
De ondertekening vond plaats tijdens een kleine ceremonie op de residentie van de ambassadeur, in aanwezigheid van een delegatie van NASA, het NSO en enkele vertegenwoordigers van de Nederlandse ruimtevaartsector. Het bezoek van de Nederlandse delegatie werd ook gebruikt voor een verdere verkenning van mogelijke nieuwe samenwerkingsgebieden tussen Nederland en NASA.

De samenwerking met NASA is al breed en divers, en gaat al ver terug. Zo was het NASA die de eerste Nederlandse satelliet ANS, volgend jaar precies 50 jaar geleden, lanceerde. Nederlandse onderzoekers en ingenieurs leverden belangrijke bijdragen aan NASA missies zoals de röntgentelescoop Chandra, en de James Webb Space Telecope. Ook op het gebied van aardobservatie zijn de banden sterk en werden successen geboekt. Zo speelt het Nederlandse Ozone Monitoring Instrument (OMI) op de NASA satelliet EOS Aura al sinds de lancering een cruciale rol bij de monitoring van het gat in de ozonlaag. En begin volgend jaar lanceert NASA de aardobservatiesatelliet PACE met daarop het door Nederland gebouwde instrument SpexOne, dat meer kennis moet vergaren over de invloed van aerosolen op klimaatverandering.

Via ESA is Nederlandse industrie al betrokken bij het Artemisprogramma. Nederlandse zonnepanelen zorgen voor de energievoorziening van de Orioncapsule die mensen naar de maan moet brengen en weer terug. Volgend jaar staat de eerste bemenste vlucht binnen het Artemisprogramma gepland.